Jun 5 • DC Academy

Specifieke feedback geven lijkt eenvoudig

Het (leren) geven van specifieke feedback lijkt eenvoudig

Specifieke feedback geven lijkt eenvoudig: je benoemt wat een leerling goed doet, wat je van de leerling waardeert en waar hij is gegroeid. Effectieve feedback is volgens de methodiek Didactisch Coachen, overwegend positief, doelgerelateerd en specifiek geformuleerd. (Voerman, 2014).  Door bewust te werken aan de kwaliteit van je feedback, vergroot je de motivatie, het begrip van de leerlingen en verrijk je je eigen lespraktijk. Klinkt logisch en eenvoudig. Maar hoe kun je hier een nieuwe routine van maken in je dagelijkse praktijk?

Waarom routines zo machtig zijn

Trainer Wouter Jansen steekt direct van wal: “Uit onderzoek (Snoek 2020, red.) is gebleken dat vanaf het begin van je loopbaan je als docent vaak patronen ontwikkelt die goed genoeg werken om de klas draaiende te houden. Het zijn overlevingsroutines; je zorgt dat de les goed loopt, dat wat werkt behoud je en dat worden je routines. Die ingeslepen routines zorgen ervoor dat een nieuwe gewoonte, zoals feedback geven, niet zomaar onder de knie is.” Het ombuigen naar nieuwe gewoontes vergt extra inspanning, omdat het brein vastzit in ingesleten patronen. Het inslijten van een nieuwe routine, waarbij je met veel meer regelmaat positieve en specifieke feedback geeft vraagt energie en hersenruimte. Op zich logisch je investeert immers in je eigen ontwikkeling.

Het doorbreken van oude gewoonten

Het brein houdt vast aan patronen die ooit hebben gewerkt. Om een nieuwe gewoonte aan te leren, moet je actief en met regelmaat oefenen. Vaak is het in het begin onnatuurlijk om meer detail te geven in je feedback. We zijn gewend aan zinnen als “Ja, goed zo, doorgaan.” Wie doorzet, merkt echter dat leerlingen beter begrijpen wat goed gaat of wat ze moeten bijsturen. Samen met collega’s reflecteren op successen en het overwinnen van moeilijke momenten kan leraren helpen nieuw gedrag vol te houden. Bijvoorbeeld door met een Beeld- en Didactisch Coach videobeelden te bespreken.


Gun jezelf een observatiemoment

Een valkuil die we in onze trainingen vaker tegenkomen is dat docenten vanuit goede intenties direct in de “helpmodus” kunnen schieten als ze zien dat een leerling iets niet snapt. Trainer Inge Scheepers zegt hierover: “Specifieke feedback vereist dat je bewust let op wát een leerling al goed doet. Helpend hierbij kan zijn dat je jezelf een korte “balkonscène” gunt: je loopt niet onmiddellijk naar elke hand die omhooggaat, maar staat even stil om te observeren. Dat kan ongemakkelijk voelen, maar geeft wel ruimte om je woorden te kiezen.”


Trainer Gwen Oldehinkel: “Leraren die snel groeien in het geven van specifieke feedback, hebben vaak heldere doelen voor de les. Ze weten welk gedrag of welke vaardigheid ze willen zien en richten hun aandacht daarop.” Dit maakt het makkelijker om feedback te geven die precies aansluit op de lesdoelen of de lesoverstijgende doelen. Trainers Wouter Jansen, Gwen Oldehinkel en Inge Scheepers concluderen gezamenlijk dat het geven van feedback ook een talig element kent.

Doelen kennen en actieve woordenschat ontwikkelen

 In de hectiek van alles wat er in de klas gebeurt, vraagt het oefening om op het juiste moment de juiste woorden te kiezen, zodat je feedback kwaliteit krijgt. Wouter Jansen: “het geven van specifieke feedback is daarmee ook een kwestie van het vergroten van je actieve woordenschat, het aanleren van een nieuw jargon.” Met begrippen als “zorgvuldigheid,” of “creativiteit” help je leerlingen begrijpen wát ze goed doen. In plaats van “geweldig gedaan,” benoem je de modus: “Je hebt hier heel zorgvuldig gewerkt door alle stappen na te lopen.” Deze feedback is concreter, specifieker en motiveert zichtbaar beter.

Bewuste voorbereiding en haalbare stappen

Specifieke, overwegend positieve feedback geven vraagt oefentijd. Dit is niet van de ene op de andere dag ingeweven in je lespraktijk. Het kan helpen om te starten met concrete haalbare doelen, bijvoorbeeld: “Deze week richt ik me in elke les minstens één keer op gerichte feedback.” Door het behapbaar te houden, vergroot je de kans dat je nieuwe gewoonte beklijft. Denk bij het maken van je lesplan na over de momenten waarop je feedback gaat geven. Waar zie je kans om gericht te observeren? Zelfs het kort opschrijven van mogelijke feedbackzinnen kan nuttig zijn. Zo hoef je niet ter plekke de juiste formulering te zoeken en kun je je richten op het doen. Gaandeweg wordt het meer automatisch, vooral als je ervaart dat leerlingen sneller bijsturen of juist doorzetten doordat ze door jouw feedback precies begrijpen wat er goed gaat. Trainer Gwen Oldehinkel geeft nog een extra tip: “Voor iedereen die start met oefenen: besteed elke dag bewust 5 minuten aan het geven van specifieke feedback, dat is al voldoende om gedragsverandering in gang te zetten.”

Samenvatting en vooruitblik

Specifieke feedback geven lijkt een detail in je didactische aanpak, maar maakt een groot verschil voor de ontwikkeling van je leerlingen. Het vereist dat je bewust momenten inbouwt om te observeren en gerichte, positieve waardering uit te spreken. Daarbij is een heldere doelstelling cruciaal: door te weten welk vaardigheids- of gedragsaspect je wilt zien, kun je sneller benoemen waarom een leerling iets goed toepast. Het vraagt oefening en wie volhoudt, ziet het rendement: leerlingen begrijpen beter wat ze geleerd hebben en waarom dat belangrijk is.
Het kan helpen om te starten met kleine oefeningen: neem je voor om ieder lesuur minstens één keer een leerling expliciete waardering uit te spreken over wat je hem ziet doen of hoort zeggen. Zoom in op kwaliteiten en benoem ze. En hou vol, zet door, het gaat je lukken. Ook jij kunt het geven van specifieke, overwegend positieve feedback tot een nieuwe routine maken.